DEWS II: Richtlijnen rond therapeutische opties inzake DED

Richtlijnen rond therapeutische opties inzake DED

TFOS DEWS II Management and Therapy Report

(The Ocular Surface 15 (2017) 575-628)

Dit rapport bevat een samenvatting van de verschillende therapeutische opties inzake het beheer van de pathologie van droge ogen (DED). Het doel van het comité bestond er in de aangewezen methoden voor de behandeling van DED op te lijsten teneinde een strategie met klinische toepassing te formuleren, gebaseerd op gefundeerd en in literatuur bewezen wetenschappelijk onderzoek.

In de mate van het mogelijke werd tijdens dit denkproces beroep gedaan op peer-reviewed publicaties in plaats van samenvattingen, dit als leidraad voor het opmaken van aanbevelingen voor klinisch beheer. Het betreffende rapport werd bovendien onderzocht door de verschillende leden van het subcomité en vervolgens ter beschikking gesteld van het geheel van leden van de TFOS DEWS II (Tear Film and Ocular Surface Society’s Dry Eye Workshop II°). De bekomen feedback -onder de vorm van commentaar en revisie- werd tot slot besproken en in het rapport verwerkt door de leden van het subcomité.

Inhoud van het rapport

In haar benadering herkent DEWS de noodzaak om patiënten allereerst nauwkeurig te diagnosticeren, met respect voor het herkennen van de belangrijkste oorzaak van hun DED, vooraleer in tweede instantie een behandelplan op te stellen.

Ongeacht de nauwkeurigheid van deze cijfers erkennen clinici op hun beurt de noodzaak om “droge ogen patiëntengrondig te behandelen, rekening houdend met hun symptomen, met de fysiologie van de Meiboom klieren, met de kwaliteit en kwantiteit van de lipiden in de traanfilm, met klieropeningen én met de graad van traanproductie alsook het verlies en de afvoer van de tranen.

Indien slechts één van deze twee brede categorieën van OSD (EDE – Evaporative Dry Eye en ADDE Aqueous Deficiency Dry Eye) op therapeutische wijze behandeld wordt, kunnen patiënten mogelijk symptomen blijven vertonen en bijgevolg ontevreden zijn met de voorgeschreven behandeling.

Het is bijgevolg essentieel dat clinici steeds het maximale vooropstellen om de graad van EDE (waarschijnlijk gerelateerd aan MGD), ADDE en/of andere aandoeningen van het oogoppervlak te bepalen die een rechtstreekse invloed uitoefenen op de gezondheid van de patiënt. Dit gegeven waarbij de causale factoren van DED in kaart gebracht worden is een onmisbare schakel in het proces, teneinde het aangewezen beheer van de aandoening alsook de ontwikkeling van een toereikende behandeling mogelijk te maken.

In realiteit worden vaak diverse algoritmen opgesteld die een serie van vervolgbehandelingen voorschrijven in functie van het stadium van de ziekte. De praktijk wijst echter eveneens uit dat dit voor DED niet altijd mogelijk is gezien de complexiteit van de pathologie en het feit dat ze varieert van patiënt tot patiënt (zowel wat graad van ernst als karakter betreft).

Desalniettemin kan het onderstaande beheeralgoritme geadviseerd worden ter ondersteuning van de oogarts bij het modelleren van een logische, evidence based behandeling. Dit algoritme werd dermate opgebouwd dat een hoger beheerniveau toegepast kan worden bij patiënten die niet reageren op een lager algoritme of die een ernstigere graad van DED vertonen. In sommige situaties is het mogelijk aangewezen een vorige serie van behandelingen te verlengen in combinatie met nieuwe therapieën.

Gefaseerde aanbevelingen voor behandeling van droge ogen

Fase 1

  • Voorlichting over de toestand, het beheer, de behandeling en de prognose;
  • Wijziging van lokale omgevingsfactoren;
  • Voorlichting m.b.t. mogelijke veranderingen in het voedingspatroon (inclusief orale inname van essentiële vetzuren);
  • Identificatie en mogelijke wijziging / eliminatie van bepaalde systemische en topische medicijnen;
  • Oogsmeermiddelen van verschillende typen (overweeg een smeermiddel dat lipiden bevat in geval van MGD);
  • Hygiëne van de oogleden en warme kompressen van verschillende typen.

Fase 2

Indien de bovenstaande fase inadequaat blijkt te zijn wordt fase 2 aangeraden:

  • Oogsmeermiddelen zonder bewaarmiddelen teneinde het toxische effect van het bewaarmiddel te minimaliseren;
  • Behandeling op basis van Tea tree olie tegen Demodex (indien aanwezig);
  • Behoud van tranen
  • Nachtelijke behandelingen (zoals zalf- en vochtkamerapparatuur)
  • In medisch kabinet: fysieke verwarming en expressie van Meiboom klieren (inclusief apparaat-geassisteerde therapieën zoals LipiFlow);
  • In medisch kabinet: therapie op basis van gepulseerd licht ten behoeve van MGD;
  • Geneesmiddelen op voorschrift om DED te beheren:
    • Topisch antibioticum of antibioticum/steroïde combinatie aangebracht op de oogleden in geval van anterieure blefaritis (indien aanwezig)
    • Topisch corticosteroïde (beperkte duur)
    • Topische secretagogen
    • Topische niet-glucocorticoïde immunomodulerende geneesmiddelen (zoals cyclosporine)
    • Topische LFA-1 geneesmiddelen met antagonistische werking (zoals Lifitegrast)
    • Orale macrolide- of tetracycline-antibiotica

Fase 3

Indien de bovenstaande fase inadequaat blijkt te zijn wordt fase 3 aangeraden:

  • Orale secretagogen
  • Autologe/allogene serum-oogdruppels
  • Therapeutische contactlensopties
  • Soepele lenzen
  • Starre sclerale lenzen

Fase 4

Indien de bovenstaande fase inadequaat blijkt te zijn wordt fase 4 aangeraden:

  • Topische corticosteroïden gedurende langere periode
  • Transplantatie van amniotisch membraan
  • Chirurgische punctale occlusie
  • Andere chirurgische benaderingen (bijv. Tarsorrhaphy, speekselkliertransplantatie)

Simopharma stelt -aan de hand van haar “Dry Eye Platform“- het merendeel van diagnostiek en behandelingen in fase 1 en fase 2 ter beschikking door middel van innovatieve en kwalitatieve producten die tegemoet komen en passen binnen de hierboven omschreven “stepwisebenadering van droge ogen.

Aarzel niet ons te contacteren in geval u meer informatie zou wensen.

2 thoughts on “DEWS II: Richtlijnen rond therapeutische opties inzake DED

Leave a Reply